Home » Het Stamboek » Grai – Cob – Vanner

Typebeschrijvingen

De typebeschijvingen, zoals vastgesteld in artikel 14 van het Stamboek en Registratiereglement, bij algemene vergadering op 24 januari 2009 en 18 april 2009. Gepubliceerd 11 maart 2020, de aangepaste beschrijvingen zoals deze zullen worden gepresenteerd in de eerstvolgende ALV (oktober 2020)

Alle ter keuring aangeboden Tinkers, worden voorafgaand aan de beoordeling door de jury, sinds 2004, ingedeeld in type en beoordeeld op “het in type staan”. Hiermee wordt bedoeld hoe goed het dier het ideaal typebeeld benadert.

Tinkers die voor type 70 punten of meer toebedeeld krijgen, maken kans op een sterpredikaat als ter keuring minimaal 210 punten gehaald worden. Tinkers die op type minimaal 75 punten halen, kunnen ter promotie naar een modelverklaring worden aangeboden.

Grai

Korte omschrijving: 

De grai is luxe en moet verfijning hebben door het gehele lijf, zowel front, middenstuk als achterhand. Meer sporttypisch met een verticale halsopzet.

Met voldoende sok, voldoende tot veel staart en manen zodat het wel rastypisch blijft.

Beweging is actief en bij voorkeur dragend.

Kleur
Regelmatig bontgekleurd. Echter zijn alle kleuren toegestaan.

Hoofd
Klein en edel met ruime neusgaten, een lange mondspleet een breed voorhoofd. Ramshoofden komen sporadisch voor, echter zijn in dit type minder gewenst.

Ogen
Sprekende, grote expressieve ogen. Maanogen en halvemaanogen toegestaan. De afstand tussen de ogen is ruim.

Oren
Goed geplaatst dus staan rechtop, niet té dicht op elkaar, wijzen naar voren en zijn klein tot normaal van grootte, regelmatig met licht gekrulde punten.

Kaken en keelgang
Kaken zijn voldoende geprononceerd aanwezig, passend bij het hoofd. Keelgang moet ruimte hebben.

Hals
Goed en gemiddeld van lengte. Halsopzet die graag meer naar het verticale neigt. De hals moet goed bespierd zijn en moet voldoende hoog uit de borst komen. Een onderhals wordt niet graag gezien.

Schoft
Een voldoende tot goede schoftontwikkeling en loopt in een vloeiende overgang van rug naar hals.

Schouder
Goed van lengte en bij voorkeur schuin geplaatst. Een meer schuine schouder is gewenst. (meer dan de medium Cob, zware Cob  en de Vanner)

Voorbenen
Het beenwerk moet hard en droog zijn en tevens correct geplaatst. Het beenwerk is fijn
en past zodoende bij het totale verfijnde uiterlijk van dit type. Van de voorkant gezien loodrecht met onder een hoefbreedte tussenruimte.
Van opzij gezien loodrecht tot en met de kogel, de koot onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de bodem. De pijp van het voorbeen niet te lang, de koot voldoende lang
De normaal tot fijne gewrichten zijn goed ontwikkeld, vooral droog en zichtbaar.

Rug en lendenen
Lengte van de rug passend bij het type. Sterk en goed aangesloten. Rug en lendenen moeten bespierd zijn. Neiging naar een wat langere rug is toegestaan.

Borst
Voldoende front dus ruim maar niet te breed.

Ribben
Ruim gewelfd. Wervelkolom mag niet zichtbaar zijn.

Kruis
Voldoende tot goed van lengte en qua ligging iets hellend. Voldoende breed en bespierd, echter niet te rond.

Achterbenen
Het beenwerk moet hard en droog zijn en tevens correct geplaatst. Het beenwerk is fijn en past zodoende bij het totale verfijnde uiterlijk van dit type. Van achteren gezien een correcte stand. Van opzij gezien goed gesteld en sterk. De schenkel dient voldoende lang en bespierd te zijn. De normaal tot fijne gewrichten zijn goed ontwikkeld, maar vooral droog. De spronggewrichten moeten plat en droog zijn. De hoek bij de spronggewrichten dient ongeveer 150 graden te zijn. De koot maakt een hoek van ongeveer 55 graden ten opzichte van de bodem.

Hoeven
De voeten moeten gelijk gevormd zijn, de hoeven hard en fijn.

Behang benen
Wat minder ruim aanwezig tot normaal, maar hoe meer aanwezig, hoe beter.

Manen

Normaal tot ruim aanwezig. Regelmatig gesignaleerd is een zijdeachtige structuur waardoor de dikte kan afnemen maar lengte wordt graag gezien.

Staart

Normaal tot ruim aanwezig, maar hoe meer aanwezig, hoe beter. Regelmatig een zijdeachtige structuur gesignaleerd.

Beweging
Een krachtige, dragende, strekkende beweging, zuiver tactmatig, waarbij elk gewricht voldoende goed gebruikt wordt.

Modern Cob (Mdm)

Korte omschrijving: 

Robuust, rond, stevig en compact gebouwd paard met een rustige en zelfverzekerde uitstraling.

De modern cob is een compact (merries mogen iets minder compact) en robuust dier met veel sok en veel staart en manen. Zwaarder beenwerk wordt gewaardeerd passend bij het lichaam.

Beweging is functioneel, actief en ruim.
Kleur
Doorgaans bontgekleurd, alle andere kleuren zijn toegestaan.

Hoofd
Klein en recht. Breed voorhoofd. Ruime neusgaten en een lange mondspleet. Hoofd staat in verhouding tot rest van het paard. Ramshoofd toegestaan, maar wordt niet geprefereerd.

Ogen
Sprekende, vriendelijke grote ogen vol uitdrukking. Heldere oogopslag. De afstand tussen de ogen is ruim. Maanogen en halvemaanogen toegestaan.

Oren
Goed geplaatst dus staan rechtop, niet té dicht op elkaar, wijzen naar voren en zijn klein tot normaal van grootte, regelmatig met licht gekrulde punten.

Kaken en keelgang
Kaken zijn geprononceerd aanwezig, passend bij de totale bouw van het paard. Keelgang moet ruimte hebben.

Hals
Voldoende breed aangezette hals, die voldoende tot goed van lengte is, met een verticale opzet.
Mag iets diep uit de borst komen met een verticaal neigende opzet.
Onderhals wordt niet graag gezien. Volwassen hengsten hebben een neiging tot een zware manenkam.

Schoft
Een voldoende tot goede schoftontwikkeling en loopt in een vloeiende overgang van rug naar hals.
Platte schoften worden gesignaleerd.

Schouder
Overwegend goed van lengte en bij voorkeur schuin geplaatst.

Voorbenen
Het beenwerk moet hard en droog zijn. Het beenwerk is bij voorkeur zwaar, maar passend bij het type. De voorbenen goed geplaatst dus van de voorkant gezien loodrecht met onder een hoefbreedte tussenruimte. Van opzij gezien loodrecht tot en met de kogel, de koot onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de bodem. De pijp van het voorbeen niet te lang, de koot voldoende lang. De gewrichten goed ontwikkeld, droog en duidelijk zichtbaar.

Rug en lendenen
Lengte van de rug passend bij het geheel. Sterk en goed aangesloten. Rug en lendenen moeten bespierd zijn.

Borst
Normaal tot breed van bouw. Voldoende front en massa. Voldoende ruime borstkas.

Ribben
Ruim gewelfd. Wervelkolom mag niet zichtbaar zijn.

Kruis
Voldoende tot goed van lengte en qua ligging iets hellend. Voldoende breed en bespierd.

Achterbenen
Het beenwerk moet hard en droog zijn en tevens correct geplaatst. Het beenwerk bij voorkeur zwaar, maar passend bij het geheel. Van opzij gezien goed gesteld en sterk. De schenkel dient voldoende lang en bespierd te zijn. De gewrichten goed ontwikkeld, maar vooral droog. De spronggewrichten moeten groot, plat en droog zijn. De hoek bij de spronggewrichten dient ongeveer 150 graden te zijn. De koot maakt een hoek van ongeveer 55 graden ten opzichte van de bodem.

Hoeven
De voeten moeten gelijk gevormd zijn, de hoeven hard.

Behang benen
Normaal tot veel, passend bij het type, overvloedig behang wordt graag gezien.

Manen
Normaal tot veel, passend bij het type, overvloedige manen worden graag gezien.

Staart

Normaal met een neiging tot veel, overvloedige hoeveelheid staart wordt graag gezien.

Beweging
Een krachtige, dragende, functionele en zuivere tactmatige beweging, waarbij elk gewricht voldoende goed gebruikt wordt. Makkelijke vrije beweging, actief en ruim.

Traditional Cob (Zw)

Korte omschrijving: 

Zeer robuust, rond, stevig en compact gebouwd paard met een rustige en zelfverzekerde uitstraling.

De traditional cob is een compact en robuust dier met zeer veel sok, (meer gewenst dan bij de modern cob) en veel staart en manen. Zwaar beenwerk is een must.

Beweging is functioneel.
Kleur
Doorgaans bontgekleurd, alle andere kleuren zijn toegestaan.

Hoofd
Klein en recht. Breed voorhoofd. Ruime neusgaten en een lange mondspleet. Hoofd staat in verhouding tot rest van het paard. Ramshoofd toegestaan, maar wordt niet geprefereerd.

Ogen
Sprekende, vriendelijke grote ogen vol uitdrukking. Heldere oogopslag. De afstand tussen de ogen is ruim. Maanogen en halvemaanogen toegestaan.

Oren
Goed geplaatst dus staan rechtop, niet té dicht op elkaar, wijzen naar voren en zijn klein tot normaal van grootte, regelmatig met licht gekrulde punten.

Kaken en keelgang
Kaken zijn geprononceerd aanwezig, passend bij de totale bouw van het paard. Keelgang moet ruimte hebben.

Hals
Breed aangezette zware hals, die voldoende tot goed van lengte is, met een verticale opzet.
Mag iets diep uit de borst komen met een verticaal neigende opzet. Kap dient duidelijk aanwezig te zijn.
Onderhals wordt niet graag gezien. Volwassen hengsten hebben een neiging tot een zware manenkam.

Schoft
Een voldoende schoftontwikkeling en loopt in een vloeiende overgang van rug naar hals.
Platte schoften worden zeer regelmatig gesignaleerd.

Schouder
Overwegend goed van lengte en bij voorkeur schuin geplaatst.

Voorbenen
Het beenwerk moet hard en droog zijn. Het beenwerk is zwaar tot zeer zwaar. De voorbenen goed geplaatst dus van de voorkant gezien loodrecht met onder een hoefbreedte tussenruimte. Van opzij gezien loodrecht tot en met de kogel, de koot onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de bodem. De pijp van het voorbeen niet te lang, de koot voldoende lang. De gewrichten goed ontwikkeld, vooral droog, stevig en duidelijk zichtbaar.

Rug en lendenen
Lengte van de rug passend bij het geheel. Sterk en goed aangesloten, kortere ruggen worden vaak gesignaleerd. Rug en lendenen moeten bespierd zijn.

Borst
Breed van bouw, veel front en massa. Zware borstkas.

Ribben
Royaal gewelfd. Wervelkolom mag niet zichtbaar zijn.

Kruis
Voldoende tot goed van lengte en qua ligging iets hellend. Breed en bespierd.

Achterbenen
Het beenwerk moet hard en droog zijn en tevens correct geplaatst. Het beenwerk is zwaar tot zeer zwaar. Van opzij gezien goed gesteld en sterk. De schenkel dient voldoende lang en bespierd te zijn. De gewrichten goed ontwikkeld, duidelijk zichtbaar maar vooral droog. De spronggewrichten moeten groot, plat en droog zijn. De hoek bij de spronggewrichten dient ongeveer 150 graden te zijn. De koot maakt een hoek van ongeveer 55 graden ten opzichte van de bodem.

Hoeven
De voeten moeten gelijk gevormd zijn, de hoeven hard.

Behang benen
Veel tot zeer veel, passend bij het type, overvloedig behang wordt graag gezien.

Manen
Veel tot zeer veel, passend bij het type, overvloedige manen worden graag gezien.

Staart

Normaal met een neiging tot veel, overvloedige hoeveelheid staart wordt graag gezien.

Beweging
Een krachtige, dragende, functionele en zuivere tactmatige beweging, waarbij elk gewricht voldoende goed gebruikt wordt, echter is een functionele beweging voldoende.

Vanner

Korte omschrijving: 

Robuust, groot, stevig en over het algemeen wat langer gebouwd paard met een rustige en zelfverzekerde uitstraling.

Veel sok, staart en manen.

Beweging is functioneel, duwende beweging komt voor.
Kleur
Doorgaans bontgekleurd. Echter alle kleuren zijn toegestaan.

Hoofd
Recht met een normaal tot breed voorhoofd een normale tot kleine mondspleet. Het staat in verhouding tot rest van het paard. Ramshoofd en/of een langer hoofd is toegestaan.

Ogen
Sprekende, vriendelijke grote ogen vol uitdrukking. Heldere oogopslag. De afstand tussen de ogen is ruim. Maanogen en halvemaanogen toegestaan.

Oren
Goed geplaatst dus staan rechtop, niet te dicht op elkaar, wijzen naar voren en zijn normaal tot iets groter van lengte.

Kaken en keelgang
Kaken zijn geprononceerd aanwezig, passend bij de totale bouw van het paard. Keelgang moet ruimte hebben.

Hals
Overwegend een zware, aangezette hals, die voldoende tot goed van lengte is. Halsopzet is normaal of neigt meer naar een horizontale opzet. De hals mag niet arm bespierd zijn en dient voldoende hoog uit de borst te komen. Een onderhals wordt niet graag gezien. Volwassen hengsten hebben een neiging tot een zware manenkam.

Schoft
Een voldoende tot goede schoftontwikkeling en vooral geleidelijk in de rug overlopend.
Platte schoften komen voor.

Schouder
Overwegend gemiddeld  tot lang en qua ligging vaak steil.

Voorbenen
Het beenwerk moet hard en droog zijn. Het beenwerk is bij voorkeur zwaar, maar passend bij het type. De voorbenen zijn correct geplaatst dus van de voorkant gezien loodrecht met onder een hoefbreedte tussenruimte. Van opzij gezien loodrecht tot en met de kogel, de koot onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de bodem. De pijp van het voorbeen niet te lang, de koot voldoende lang. De gewrichten goed ontwikkeld, stevig, duidelijk zichtbaar en vooral droog.

Rug en lendenen
De rug is normaal van lengte en passend bij het type. Sterk en goed aangesloten. Neiging naar een iets langere rug is toegestaan. Rus en lendenen moeten bespierd zijn

Borst
Gespierde brede borst. Ruime borstkas met veel massa.

Ribben
Ruim gewelfd. Wervelkolom mag niet zichtbaar zijn.

Kruis
Voldoende van tot goed van lengte en qua ligging iets hellend. Voldoende breed en flink bespierd.

Achterbenen
Het beenwerk moet hard en droog zijn en tevens correct geplaatst. Het beenwerk is zwaar, maar passend bij het geheel. Van opzij gezien goed gesteld en sterk. De schenkel dient voldoende lang en bespierd te zijn. De gewrichten goed ontwikkeld, vooral droog. De spronggewrichten moeten groot, plat en droog zijn. De hoek bij de spronggewrichten dient ongeveer 150 graden te zijn. De koot maakt een hoek van ongeveer 55 graden ten opzichte van de bodem.

Hoeven
De voeten moeten gelijk gevormd zijn, de hoeven groot en hard.

Behang benen
Normaal met een neiging tot veel, overvloedig behang wordt graag gezien.

Manen
Normaal met een neiging tot veel, overvloedige hoeveelheid manen wordt graag gezien.

Staart

Normaal met een neiging tot veel, overvloedige hoeveelheid staart wordt graag gezien.

Beweging
Een krachtige, functionele en zuivere tactmatige beweging, waarbij elk gewricht voldoende goed gebruikt wordt. Duwende bewegingen komt voor.

Nederlands Stamboek voor Tinkers

Adresgegevens

E: nsvtkantoor@gmail.com 
Whintontlaan 200
3526 KV Utrecht 

© NSVT | Realisatie: Horsedesign